15.10.2024

Verslag van boeiende Brandstofavond in Eemsdelta

In de prachtige Kwelderzaal van het Spiekhoes in Spijk verzamelden zich donderdagavond tientallen bezoekers, nieuwsgierig naar wat vijf inwoners van de gemeente Eemsdelta te vertellen hebben over het leven in deze gemeente. De avond, Brandstof genaamd, is de eerste activiteit van Gronings Vuur in Eemsdelta. Een verslag.

Singer-songwriter Luna Hamelink omlijst de avond met zelfgeschreven liedjes, geïnspireerd door oude volksverhalen.

Luna Hamelink met de muzikale omlijsting.

Presentator deze avond is Martin Franken, die na een kort welkomstwoord Gea Smidt naar voren vraagt. Gea is artistiek en algemeen leider van Gronings Vuur. Ze licht het programma toe en vertelt dat Gronings Vuur gedurende een jaar neerstrijkt in de gemeente Eemsdelta. 

Verhalen ophalen bij inwoners
In de komende weken en maanden worden op verschillende manieren verhalen opgehaald bij inwoners uit Eemsdelta. Deze verhalen zijn inspiratie voor een nog te maken voorstelling. Deze voorstelling, in april 2025 te zien, wordt geproduceerd door professionele makers én met mensen uit Eemsdelta die zich hierbij willen aansluiten.

Hierna stelt Martin de aanjager uit Eemsdelta voor aan het publiek: Petra Bos uit Borgsweer. Zij is een jaar lang cultureel aanjager voor Gronings Vuur in Eemsdelta. Dat houdt in dat zij inwoners, organisaties en scholen verbindt aan Gronings Vuur én aan elkaar. Het kan zijn als spreker of deelnemer aan één van de inwonersavonden, of als deelnemer aan de uiteindelijke voorstelling.  

Presentator Martin Franken in gesprek met Petra Bos, cultureel aanjager van Gronings Vuur

Na deze introductie wordt de vlag van Gronings Vuur voor Eemsdelta onthuld; een nieuw ontwerp, geïnspireerd op de gemeentevlaggen van de voormalige gemeenten Delfzijl, Loppersum en Appingedam.

Gea Smidt van met de Gronings Vuur-vlag voor Eemsdelta.

Wat typeert een Eemsdeltenaar?
Dan is het publiek aan de beurt. Presentator Martin vraagt om een antwoord te geven op de vraag: ‘wat typeert nou een echte Eemsdeltenaar?’. ‘Doortastend’, ‘deurpakkers’, ‘afwachtend’, ‘stiefkoppen’, ‘kloet’nbrekers’ (poten in de klei, maar willen van alles), ‘bescheiden’ en ‘murw’ zijn antwoorden die voorbij komen. Verder mag iedereen op een kaartje schrijven welk onderwerp volgens hen echt belicht moet worden in de komende periode.

Verhalen van vijf sprekers

Daarna is het tijd voor de verhalen van de vijf uitgenodigde sprekers. Zij vertellen allen over een specifiek onderwerp met betrekking tot de gemeente.

Jan Langeler over de geschiedenis van Eemsdelta
Als eerste neemt Jan Langelaar het woord. Zijn verhaal gaat over de geschiedenis van Eemsdelta. Hij verhuisde jaren geleden vanuit het westen voor zijn werk naar Groningen. ,,Alles was anders. De Groningers hadden een eigen taal, zeiden weinig, leken stug, kortaf en bot. Hier was het echte platteland.”

,,Gaandeweg ontdekte ik de ware aard van de Groningers”, vervolgt Jan. ,,Direct, gevoelig, hecht, trouw en het bleken aanpakkers. Ik ben uiteindelijk getrouwd met een Groningse, en ik woon hier met veel plezier.”

Na zijn pensioen stichtte hij Leescafé Doemkes in Appingedam.,,Daar ontvang ik een bont gezelschap met verhalen. Ik bouw mee aan de geschiedenis, het café staat op historische grond. Ik zou graag de Groningers hun trots teruggeven, en zie het als mijn taak het erfgoed te laten zien en waarderen, en te bewaren voor de volgende generaties. Er is potentie, maar we moeten zelf de kwaliteit bewaren. Zodat we de Westerling kunnen verrassen en verbazen!

Jan neemt het publiek mee door de geschiedenis van Appingedam. Van de florerende handel in de Middeleeuwen – ,, je zou de stad in die tijd kunnen vergelijken met Rotterdam” – tot een tweede bloeitijd in de eerste helft van de 20e eeuw. ,,Een tijd met veel middenstand en industrie. In het centrum van Appingedam hadden honderden middenstanders een eigen zaak. Maar er waren ook grote bedrijven. Denk aan de Brons-fabriek of strokartonfabriek De Eendracht en de diverse scheepsbouwbedrijven.”

In de tweede helft van vorige eeuw volgt de ommekeer, gaat Jan verder. ,,Winkels en bedrijven gingen dicht. De industrie verdween uit Appingedam. De winkelstraat is nu een woonstraat geworden.” 

Rond de eeuwwisseling kreeg de versterking van gebouwen en woningen vanwege de aardbevingsschade steeds meer impact. ,,Appingedam staat al jaren in de steigers. En het is nog lang niet klaar.”

Debora van Zeebroeck over wonen in een wisselwoning

De volgende spreker is Debora van Zeebroeck. Zij leest een verhaal voor, geschreven door haar dochter. Het gaat over hamster McDonalds, die ontsnapt uit zijn kooi en een paar dagen angstig overleeft tussen de scheuren in de muur van de slaapkamer. Scheuren die zijn ontstaan door aardbevingen. Gelukkig wordt de hamster gered, maar verhuist hij naar een nieuw huis; een wisselwoning. 

Debora vervolgt met haar eigen verhaal. In april van dit jaar is zij met haar man en drie kinderen – 7, 9 en 10 jaar – verhuisd naar Spijk. Daar woont ze gedurende de versterkingsoperatie in een wisselwoning. Een noodzakelijke verhuizing dus.

,,Vanaf 2012, het jaar van de zware aardbeving in Huizinge, zetten wij ons in voor de versterking en doen we ons verhaal in verschillende media”, zegt ze. 

,,Ik vertel jullie graag wat het verhuizen naar een wisselwoning met ons doet. Verhuizen heeft een grote impact. En wij doen dit zelfs twee keer in korte tijd. We woonden in Borgsweer, en de woning waar we nu wonen staat in Spijk. Dat is maar 5 kilometer verderop, maar het is een ander dorp en een andere leefomgeving. Onze leefbaarheid is aangetast”, aldus Debora. ,,We missen ons oude dorp; koffiedrinken bij de buren, bootje varen en vissen. Natuurlijk zijn er ook mooie dingen. We hebben nu een prachtig uitzicht, een zwembad en voor de verhuizing mochten de kinderen op de muren tekenen. We maken er ook iets moois van.”

Debora en haar gezin wachten al geruime tijd totdat hun oude woning aangepakt wordt. ,,De verhuizing is nu zeven maanden geleden, en helaas is de verbouwing van ons huis nog steeds niet gestart. Ze zijn nu al een half jaar te laat.” 

,,Mijn verhaal lijkt negatief, maar ik ben gewoon realistisch”, besluit ze. ,,Mijn boodschap is dat we, ondanks alle tegenslagen, de stress en overlast voor onze kinderen tot een minimum moeten beperken. We houden zelf de regie over ons leven.” 

Jongeren aan het woord
Na het verhaal van Debora, nodigt Martin twee jongeren uit om naar voren te komen. Dat zijn Shanaya en Max uit Bierum. Zij hebben samen met andere jongeren een videoclip gemaakt, in samenwerking met De Click.  

Na het zien van de videoclip vertelt Max dat dit een project was in het kader van de strijd tegen eenzaamheid onder jongeren. ,,We wilden als kinderen minder eenzaamheid voelen. Daarom hebben we dit samen gedaan.”

Op de vraag van Martin of er veel eenzame jongeren zijn in Bierum, antwoordt Shanaya: ,,Iedereen om mij heen heeft vrienden. Als het niet uit je eigen dorp is, dan wel ergens anders. We zoeken elkaar makkelijk op.” 

Ze laten een foto zien waarop een lachend meisje en een serieus kijkende jongen staan afgebeeld. Shanaya vraagt wie van deze twee eenzaam is. De meeste mensen uit het publiek denken de jongen, maar het tegendeel is waar. Shanaya: ,,Eenzaamheid is niet van buiten te zien. Het meisje lijkt vrolijk, maar is eigenlijk eenzaam. Probeer verder te kijken dan de buitenkant!” 

Mieke Eggen over de verdwenen dorpen
Na de pauze betreedt Mieke Eggen het podium. ,,Het Grunnegs is mien toal. Ik leid joe op dwoaltocht deur onze herinneringen. Over mien dörpke Oterdum”, steekt ze van wal. 

,,Oterdum vormde samen met Wijwerd en Heveske de Oosterhoek: drie dorpen nabij Delfzijl. Ik ben daar in juni 1944 geboren, tijdens de hevige gevechten tussen de Duitsers en de Canadezen”, gaat Mieke terug in de tijd. 

,,Mijn vader was ondergedoken bij mijn opa en oma, mijn moeder overleed kort na mijn geboorte in het kraambed. Ik ben opgegroeid bij mijn opa en oma. Mijn vader hertrouwde en emigreerde naar Australië, zoals zovelen in die jaren.” 

,,Oosterhoek lag in een vruchtbaar gebied”, gaat ze verder. ,,Heel vroeger was de Eems een bescheiden stroompje, was het Heveskesklooster er gevestigd en er is zelf een hunebed gevonden. Ironisch genoeg is op die plek later een bunker gebouwd.”

Mieke heeft fijne herinneringen aan haar jeugd in Oterdum ,,Het kerkje lag aan de voet van de dijk, waarachter we veel speelden. De kwelder was een prachtig gebied voor de jeugd. De sporen van de soms verwoestende zee waren nog te zien in de vorm van bakstenen die we vonden in het slik.”

,,Het dorp was klein, maar de vele laantjes boden veel voorzieningen”, weet ze nog goed. ,,Van kroegen tot een bakker, van een smidse tot benzinepomp. Er was een spaarbank en de hoofdschoolmeester had een belangrijke adviserende rol. Een gemaal pompte water uit het Oterdumsediep naar de Eems, en de woningen waren met een ondergrondse verbinding hierop aangesloten voor de watervoorziening.” 

Ook in dit verhaal volgt een ommekeer. ,,Mijn jonge jaren speelden zich af in een tijd van de opbouw en verwachting, maar de mechanisatie bracht een kentering met zich mee”, aldus Mieke. ,,Er kwamen fabrieken met werkgelegenheid voor jongeren. De voormalige boerenarbeiders hadden het goed, zelfs beter dan voorheen.”

,,Helaas was er een keerzijde. Door de versterking van de dijken en de uitbreidende industrie moest ons dorp, net als de andere twee, verdwijnen. Wat rest is een gedenkteken: een bronzen hand op de dijk. Helaas is ook deze ons afgenomen, en wat overblijft is een replica. Nu kampen we met zonnepanelenvelden, windmolens, slibdepots met vervuild slib.” 

Het roept een reactie op uit het publiek: ,,Niet alleen zijn de huizen vernietigd, maar hele gemeenschappen zijn verscheurd.”

Drewes Wildeman over trots
Hierna gaat Martin in gesprek met Drewes Wildeman. Drewes is eigenaar van Landgoed Camping ’t Zand, een plek waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen werken. Op Martins vraag wat Drewes een typische karaktereigenschap voor de Eemsdeltenaar vindt, antwoordt hij: ,,afwachtend”. 

,,Ik wil de Groninger adviseren om positief te zijn over het eigen gebied, en dit naar buiten uit te dragen. Ik zou zo graag iedereen trots zien zijn! Er is hier heel veel niet, en daar moeten we juist blij mee zijn. Genieten van de rust en de leegte. Ons kenmerkt een simpele gastvrijheid, en daarmee kunnen we nieuwe mensen trekken. We hebben ontzettend veel te bieden.”

Jetty Noorman over het boerenleven
De laatste spreker van deze avond is boerin Jetty Noorman. ,,Mijn verhaal gaat over verandering”, start Jetty haar betoog. ,,Ik ben een dochter van een boer en getrouwd met een boer. Wij hebben ons akkerbouwbedrijf in Borgsweer. De boer is de laatste tijd vaak negatief in het nieuws. Mest, stikstof, bestrijdingsmiddelen.”

,,Maar ik vertel graag een positief verhaal. Boeren zijn eigenlijk landschapsbeheerders, en zij gaan met de tijd mee. Vroeger speelde ik met vriendjes in het stro. Dat kan niet meer. De balen zijn te zwaar geworden. Op mijn twaalfde reed ik op de trekker, maar de landbouwvoertuigen zijn zo groot geworden dat je daar tegenwoordig geen kind meer op kunt laten rijden. De bedrijven zijn groter geworden, onder andere door ruilverkaveling. In het bewerken van het land gaat veel gps- en computergestuurd. Dit heeft veel voordelen: er kan heel gericht gewerkt worden met bestrijdingsmiddelen of mest. De computer ziet het onkruid tussen de uien, en spuit alleen daar bestrijdingsmiddel.”

,,We hebben veel te maken met een veranderende overheid, windmolenparken en zonnepanelenvelden. Er komen steeds meer ‘circlelands’; fabrieken die circuleren. Maar er sluiten ook fabrieken vanwege faillissement. We doen mee aan verschillende proeven op het gebied van bijvoorbeeld slib of zoetwaterwinning.”

,,De provincie wil natuur terugbrengen, en een kanaal maken”, aldus Jetty. ,,Onze boerderij is opgekocht. Wij gaan weg. We verhuizen met ons bedrijf naar Usquert. Zoals mijn ouders vertrokken voor de industrie, zo vertrekken wij voor slib en andere ontwikkelingen. Ik ben benieuwd hoe het Borgsweer zal vergaan, dat kleine dorpje onder de rook van de industrie. Wij gaan het dorp en de mensen erg missen!”

Slotwoord aan theatergezelschap De Prutsers
En dan geeft Martin het woord aan theatergezelschap De Prutsers. Zij gaan voor Gronings Vuur de voorstelling maken die in het voorjaar van 2025 wordt uitgevoerd in Eemsdelta. Het team bestaat uit ‘spelende makers’ Brecht Wassenaar, Sjoerd Blom, Eline de Vries, Raymond Muller en regisseur Ira Judkovskaja. In dit bericht stellen ze zichzelf voor.

De Prutsers: Raymond Muller, Ira Judkovskaja, Eline de Vries en Brecht Wassenaar. Sjoerd Blom ontbreekt op de foto.

Foto’s in dit artikel zijn gemaakt door Marijn Boeré.